Vandaag
zal ik mijn hart
uitzingen
uit liefde
voor mijn vrienden
Sappho
***
Meer wil ik eigenlijk niet zeggen.
Mooier en beter is het niet te verwoorden.
Maar toch kan ik het niet laten.
Er moet me iets van ‘t hart.
Vandaag breng ik een hulde aan mijn vrienden.
Voor hen zing ik mijn hart uit met dit lied.
Zonder hen was ik nooit waar ik nu ben.
Ze zijn er altijd, meestal toch.
Soms ver weg, soms heel dichtbij, maar altijd daar.
Ze helpen, steunen me, ze zijn gewoon mijn vrienden.
Ze blijven. Ze verwijlen. Of komen snel eens binnen. Of worden soms onzichtbaar.
Ze roeien mee en blijven me waarderen ondanks het zware lot.
Ze zijn mijn spiegels, mijn vehikels, mijn krukken en mijn ogen,
wanneer ik het even niet meer zie.
Ze praten als het moet, en zwijgen zeker ook. Brengen me aan het lachen.
Ze zijn mijn glimwormen, mijn gloeilampen, mijn schijnwerpers en vuurtorens.
De bakens in de wilde zee, waar ik, soms drijvend wrakhout, me altijd kan aan vastklinken.
Waar zou ik zijn zo zonder hen?
Ik weet het niet.
Ik weet het niet.
O jazeker ja, ze verdienen het, dit lied.
Op deze Valentijnsdag ga ik terug naar de oudere traditie waarbij deze ook de dag van de vriendschap was. De liefde werd gevierd in al haar vormen, betekenissen, en heel ruime zin. Je kon een kaartje sturen, aan al wie je lief was, om te zeggen dat je aan hen dacht, dat je hen graag zag. Als vriend, geliefde, buur, familielid…er stond geen beperking op.
Vandaag is het meestal verworden tot een feest alleen voor koppeltjes, maar dat was het zeker niet altijd.
In die oude traditie schenk ik mijn vrienden vandaag het lied van Sappho hierboven, mijn Valentijn voor hen, als ode aan de vriendschap.
Het zijn vaak zij, die mee de gouden randen aan je dagen breien.
“Goud is een godenkind
wormen noch motten
tasten het aan
Goud
overmeestert zelfs
het hart van de sterkste”
En zie, ook over goud weet Sappho iets te schrijven dat je voor even stil doet staan. In al haar meesterlijke eenvoud. Een gedicht extra er bovenop vandaag. Voor mijn vrienden, mijn gouden ridders.
Sappho werd in de zevende eeuw voor Christus geboren en leefde op het eiland Lesbos en wordt al sinds de oudheid beschouwd als de grootste lyrische dichteres. Ze was ook musicus. Plato zou haar de tiende muze hebben genoemd. Ik lees haar gedichten heel erg graag. De geschiedenis bewaarde niet veel over haar leven, waardoor er veel verzinsels zijn ontstaan rond haar: ”Er zijn geen contemporaine bronnen over Sappho’s leven. De belangrijkste bron voor haar biografie is de tiende-eeuwse Byzantijnse encyclopedie Suda, ongeveer vijftienhonderd jaar na Sappho. De Suda meldt dat zij haar bloeitijd bereikte tussen 612 v.Chr.En 608 v.Chr.en dus rond 630 v.Chr.moet zijn geboren. Haar sterfdatum is onbekend (omstreeks 580, 570 v.Chr.?). Ze was afkomstig uit Mytilini, de hoofdstad van het eiland Lesbos, dochter van Scamander (Σκαμανδρος) en Cleïs (Κλεϊς). Haar familie maakte deel uit van de lokale aristocratieen was actief betrokken bij de politiekn Lesbos. Als gevolg van de staatsgreep op het eiland na de opstand door Pittacusverbleef Sappho in het buitenland (Syracuse), maar uiteindelijk keerde ze in 581 v.Chr.naar Lesbos terug.” (Bron : Wikipedia)
Zogenaamde Sappho, jonge vrouw met schrijfstift en wastafel. Romeins frescoin de vierde stijl, 45–100n.Chr.Pompeï, Regio VI, Insula occidentalis
Bovenstaande vertalingen van de gedichten komen uit ‘Sappho van Lesbos Eros ontwortelt mijn hart’ Nederlandse vertaling Ambo/Anthos uitgevers, Amsterdam en Aart R.P. Wildeboer. Vertaling Aart R.P.Wildeboer en Pierre J. Suasso de Lima de Prado.