COMPOSTELLA I

©Chronosenik

Een tijd geleden reed ik maar wat rond zo, nergens heen, de stad in. Soms moét ik echt het huis even uit, om lucht te hebben, het leven te voelen, mensen te zien. Te veel cabin fever, te veel alleen met de ellende. Ik nam wat pijnstillers en vertrok.
Mijn elektrische fiets bracht me in de Lange Nieuwstraat, Antwerpen, vlakbij de St. Jacobskerk.
Ik zag in het voetpad de St Jacobsschelp in messing in gebet, de wegwijzer voor de bedevaarders bestemming Compostella.
Een schelp die je overal in Europa kan vinden om je de weg daarheen te wijzen.

Een bord vertelde me dat het nog 2125 km was naar daar, best nog een eind te gaan.

De ingang van de kerk ligt wat uit het zicht, als je het niet weet loop je er zo voorbij.

Het was wel vijfentwintig jaar geleden besefte ik, dat ik er nog eens binnen ging. Het leek me een prima idee om nog eens te gaan kijken. De pijn was te dragen, mijn lichaam wilde even mee.

En wat een impressionante kleine kerk, vol marmer en barok, grafstenen en kapelletjes.

Ik zag weer dat Rubens er begraven ligt.

Dat vader Mozart er op bezoek kwam, met de kleine Amadeus aan de hand.

Zou Leopold Mozart op het grote orgel daar hebben gespeeld, of de kleine Amadeus al?

We weten het niet , het zijn maar vermoedens. Leopold was wel onder de indruk van het marmer schreef hij later.

Wat een goed gevoel, te weten dat de jongen Amadeus Mozart hier samen met zijn vader ook al had gestaan.

Een paar eeuwen geleden. Het is toch wel bijzonder.

Kunstenaars reisden ook toen veel rond, om elkaar en anderen te leren kennen.

De vader van Mozart was op tocht om orgels te bezoeken in allerlei kerken in de stad.

Zo vertelde de vriendelijke conservator me.

Ik zag een schilderwerk van Ambrosius Brueghel, zoon van Jan Brueghel de Oude, kleinzoon van de grote Pieter, die nu overal herdacht wordt.

En ook andere schilderijen, houtsculpturen, biechtstoelen en banken.

Wat een herontdekking weer.

Er zijn nog schelpen te vinden in de stad, die leiden naar het St Julianus hospitaal, aan Galerie De Zwarte Panter in de Hoogstraat.

Daar kunnen bedevaarders nog steeds overnachten. Op stille donderdag (een feestdag van de christenen in de paastijd) wordt er blijkbaar nog altijd zoals de traditie het wil, een lange tafel gedekt. Buurtbewoners kunnen er dan samen gaan eten, als teken van verbinding. Mooi gebruik is dat eigenlijk wel.

Ook al ben je geen gelovige, de geschiedenis kan toch boeiend zijn.

Compostella. Zou ik er ooit nog eens geraken?

Op een soort van tocht ben ik jawel, maar duidelijk niet naar daar.

Ook niet uit vrije wil vertrokken op mijn huidige trip.

Het is vijf uur, de kerk sluit haar deuren, tijd om naar huis te gaan.

Ik fiets terug, mijn lichaam kreunt en moet dringend weer liggen, mentaal kreeg ik voor heel even weer een boost. Wordt vervolgd. Foto’s ©chronosenik.be

Scroll to top
error: Afbeeldingen zijn beschermd !!