Uiteen vallen in stukjes, heel zachtjes, en verpulveren, tot niets worden en één met alles om je heen. Dat voelde ik de afgelopen weken een aantal keer, toen ik de stad uit fietste naar een paar van mijn favoriete plekjes. Toen ik wat ging bewegen en lucht scheppen, de quarantaine even doorbreken. Het is door de hele situatie soms zo stil en rustig geworden, ook op plaatsen waar het anders zo druk kan zijn, dat je er innerlijk helemaal kalm van kan worden. Ik zat ergens aan de Schelde, geen auto’s, of heel af en toe eentje, geen schepen, geen vliegtuigen, geen gebrom of gezoem, getoeter of geblaas. Alleen af en toe het geluid van een mens. De zon, een klein beetje wind. Ik zat wat uit te rusten, hoorde een vogel hier en daar. En de stilte viel als een luchtige deken over me heen. Het was weldadig. Ik kon er helemaal mee in opgaan. Ik voelde me uiteen vallen als ik mijn ogen sloot. Een heerlijk uiteen vallen, alsof er telkens een brokje oploste en ik uiteindelijk ophield te bestaan, en één werd met alles om me heen. Omdat het zo stil was, behalve de natuurlijke geluiden. Mijn geest ontspande zich helemaal. Het was een zachte overweldigende ervaring. Intens. Veel verwondering voelde ik ook. Ik wilde dat het nooit zou stoppen. Die weldadige afwezigheid van alles, behalve de atmosfeer waarin ik oploste. Een andere keer gebeurde het toen ik ergens in het groen van een plek buiten de stad wat zat uit te rusten. Stilte. En weer voelde ik mezelf in stukjes vallen, afbrokkelen van genot. Ik herkende dat gevoel van vroeger, toen ik vaak de natuur kon intrekken. Hoe verder verwijderd van de bewoonde wereld je stapte, hoe stiller en voller het werd. Nu kon ik dat meemaken rond en in de stad, waar er anders ook altijd van ergens toch geraas nog komt. Ik vroeg me af hoe we het toch doen, constant in die helse drukte leven. Als straks alle toeters en bellen weer volop zullen schellen, langs alle kanten om ons heen, machines, motoren naast boven en onder ons, fabrieken, vervoer, veel volk overal en onderweg, het zal toch wennen worden. Stel je voor dat het nooit meer hoefde. Dat alle motoren stil elektrisch werden, aangedreven door hernieuwbare energie..Het is alsof ik de stedelijke omgeving voor het eerst in mijn leven in een puurdere verstilde vorm kon ervaren, en mezelf er ‘in’ voelde zijn. Niet er mee doorheen razen of getrokken worden. Maar één met.
Alleen zijn krijgt een extra dimensie hierdoor. Eén die vult, één die je niet je leeg maakt. Ik vond het belangrijk om hier ook iets over te schrijven. Het is de andere zijde van eenzaamheid, waarover het hier wel al vaker is gegaan, en zeker ook bespreekbaar moet blijven. Maar de weldadigheid die alleen zijn kan teweeg brengen, is net zo belangrijk om te vermelden. Ook die momenten kunnen er zijn. En je hele wezen vullen, al is het maar voor even. In het Engels hebben ze daar twee verschillende woorden voor : ‘Solitude’ en ‘Loneliness’. Het eerste woord is de toestand die je vult en rijker maakt, het tweede is de toestand die je leeg en armer maakt. Zo ervaar ikzelf het verschil in het kort. Loneliness overvalt je, of ontstaat vanzelf, daar vraag je niet om, en kan je ook meestal niet echt alleen oplossen. Het kan existentieel zijn, maar is ook een groot maatschappelijk fenomeen, probleem is beter. Solitude kan je opzoeken, zelf creëren, daar is een keuze. Of je kan je er in het beste geval in oefenen, wanneer je ongevraagd in Loneliness moet leven. De pijn van het alleen zijn proberen ombuigen naar iets wat minder pijn doet of zelfs weldadig kan zijn. Verruimt en opent. Het is geen doel, geen opdracht. Het is wat mensen proberen, een koord waar ze voortdurend zullen op dansen. De weldadige Solitude kan je ook thuis ervaren, je goed voelen bij jezelf en de dingen om je heen. Ze kan je leiden naar creativiteit, je geest op een kier zetten, zoals het gedicht het suggereert. Niet alleen naar schrijven of tekenen, maar ook creatief omgaan met je leven. Hoe overleef je met moeilijkheden, met eenzaamheid? Misschien is alleen al de creativiteit van je verbeelding een grote hulp om er mee om te gaan? Naast al die andere dingen. En als je voor even één wordt met alles in je kleine kamertje, of op een bankje ergens anders, dan is dat een verademing. Toen eergisteren mijn oog op de tekeningen en gedichtjes van de Australische kunstenaar/cartoonist Michael Leunig viel , was de tijd rijp voor deze blog. Alles kwam weer even samen. Ik vroeg hem of ik ze mocht gebruiken hier, en wat was ik weer blij ik toen ik een Yes! kreeg. Bij deze deel ik het het heel erg graag. Zijn simpele diepe levenswijsheid. Mee doorvoeld door mijn eigen ervaringen. Ik hoop dat ieder deze kostbare momenten af en toe mag meemaken. Deze tijden zijn voor velen zeer moeilijk en zwaar. Maar daar binnenin ligt ook iets anders nog verscholen. Er eens kunnen van proeven af en toe, kan zalf op onze collectieve wonde zijn.
Hieronder deel ik graag een tweede o zo bijzonder gedichtje en tekening van Leunig, dat hier perfect bij aansluit.
SITTING ON THE FENCE (Michael Leunig)
Come sit down beside me
I said to myself,
And although it doesn’t make sense
I held my own hand
As a small sign of trust
And together I sat on the fence
Michael Leunig is een Australisch cartoonist, dichter en cultuur commentator. Ik hou van zijn werk dat ik een paar jaar geleden ontdekte. In een paar woorden en een cartoon, vervat hij vaak op een diepe treffende wijze hele complexe stukken van de realiteit, vanuit een scherpe observatie. Soms erg grappig, diep filosofisch, ontroerend of weemoedig. Altijd raak.
Michael Leunig (born 2 June 1945), typically referred to as Leunig (his signature on his cartoons), is an Australian cartoonist, poet and cultural commentator. His best known works include The Adventures of Vasco Pyjama and the Curly Flats series of book compilations of his cartoons. He was declared an Australian Living Treasure by the National Trust of Australia in 1999. (Bron: wikipedia)