LOCKDOWN FEVER

Emprisoned/Isolated©Chronosenik

Hoewel ik doorgaans de aandacht probeer te leggen op wat deugd doet, aangenaam voelt binnen de hele situatie, en dat meestal goed meevalt, lijk ik nu even niet te kunnen ontsnappen aan een extra vorm van cabin fever. Ik doop hem om tot lockdown fever. Dubbel op. Meestal ben je blij als je er twee krijgt voor de prijs van een, in dit geval hoef ik die promotie niet. Maar ze is er. Gratis en voor niks. Meer bepaald de vreemde koorts die ontstaat door afwezigheid van fysiek contact. De anderhalvemeterkoorts. De distance fever. En welke namen nog? Het kan me soms ineens bekruipen. De gevangenheid van iemand niet te mogen aanraken, terwijl die op anderhalve meter voor je staat. Niet kunnen knuffelen, kussen. Het voelt niet goed en tegen alles van je natuur in.  Hunkeren. Hoewel ik sinds de quarantaine juist ergens meer verbondenheid kon ervaren met de wereld, omdat heel velen nu thuis zitten, en het openbare leven stil ligt, en de Fear Of Missing Out nu totaal irrelevant wordt, verzinkt dat gevoel nu even in het fysieke gemis.

Mensen met een ernstige chronische aandoening zijn doorgaans vertrouwd met de ‘cabin fever’. De term die wordt gebruikt als je het fysiek en mentaal benauwd krijgt van te veel afgesloten van de buitenwereld te leven, te veel in je eigen potje rond te draaien, omdat je beperkingen niet op maat zijn van de gezonde wereld, en er daar ook geen of veel te weinig ruimte wordt voor gecreëerd. Een catch 22. Doorgaans leren de meesten daar goed mee omgaan, met vallen en opstaan. Zo ook ikzelf. Maar ermee kunnen omgaan en het positieve zoeken, betekent daarom nog niet dat je nooit meer overvallen wordt door de blues, immense blues, meer bepaald in deze vreselijk uitdagende tijd. En zo zit ik nu ineens met een serieuze cabin lockdownfever opgescheept. Ik voel me dubbel gevangen in mijn lichaam. Door de Lyme en zijn wetten en limieten, maar ook door het niet mogen aanraken, de afstand. Die creëert een vacuüm rond je, dat eerder dood dan levend aanvoelt. En verstikkend. Stresserend ook. Ik schrijf er over omdat ik het er met vrienden wel eens over heb, en ze herkennen het zeker. Overal, en in elke situatie. Het meeste wel, wie alleen leeft, maar bij uitbreiding iedereen. Al wie een geliefde niet kan bereiken, groot of klein, die vrienden of familie niet kan knuffelen, geen one night stand of lief kan versieren op dit moment, niet kan uitgaan, niet kan ontmoeten, niet kan hangen en aanraken. Het is zo een wezenlijk onderdeel van mens zijn. De ander graag nabij voelen. Ik weet dat ze er een woord hebben voor uitgevonden, huidhonger, maar ik vind het niet zo een mooi woord en vind het veel verder gaan dan dat. Het is honger naar fysieke verbinding, hunkeren naar fysiek contact, fysieke warmte, lichamen die elkaar ontmoeten, verstrengelen in een omhelzing, de energie en de kracht van de ander voelen. De ogen van de ander dichtbij zien, de wangen voelen, zacht of stoppelig. De vrijheid voelen om tijdens een gesprek iemand kort aan te raken, al die kleine dingen die vanzelf gebeuren anders. Contact maken. De huid is belangrijk, en heel sensitief, maar is maar het doorgeefluik van zoveel meer. Ik denk ook aan de vele ouderen en zieken die nu niemand zien. Ook aan zij in de woonzorgcentra, die op hun kamertje opgesloten zitten, ver van alles en iedereen, en er soms zelfs ziek liggen afzien, en er sterven, helemaal alleen, zonder nog aangeraakt geweest te zijn! Onmenselijk is dat zelfs. Hoe dat wordt toegestaan in een 21e eeuw is me een raadsel. Het resultaat van gebrek aan politieke visie en vooruitziendheid, van de rare organisatie van onze maatschappij. Ook andere covid19 patiënten en andere zieken die op deze manier de wereld moeten verlaten. Familie die geen deftig afscheid kan nemen. Heftig.

Misschien is het ook het politieke gekrakeel dat weer op gang komt dat me onrustiger maakt. We doen met z’n allen zoveel moeite en inspanning, het weegt door, en dat wordt door de mensen die alleen bezig zijn met het grote geld, niet echt naar waarde geschat en gehonoreerd. Nee het liefst moet iedereen snel aan het werk, alles weer naar het consumentisme en de winstverdeling, en als dat de volksgezondheid zou bedreigen, en een maatschappij enorm zou verdelen, dan lijkt het niks uit te maken voor de aanhangers van dat dogma. En dàt signaal, dat ziek zijn waardeloos is, en al wie zich ermee bezig houdt, wordt nog maar es de wereld in gestuurd. Genadeloos en waar zal het deze maatschappij toe leiden? Ik zie het, maar ik wil het niet. Want het is niet menswaardig. En het is niet correct. Niet een correcte lezing van de realiteit van het leven.

En als er dan ook nog eens droogte heerst, en een waardevol natuurgebied in brand staat, en pimpelmezen massaal sterven aan een ongekende ziekte, dan kan het zweet je even uitbreken ja. Dan is er een vreemde koorts die zich van je meester kan maken, van je lijf, je geest en je ziel. De natuur manifesteert zich en we luisteren zo slecht. Dan heb je meer dan ooit nood aan een knuffel en een kus, aan troost en wat geborgenheid, waardoor de oxycotine niveau’s gaan stijgen en je er weer even tegen kan, en denkt : het komt nog wel goed, dat zal je zien, ook al weet je het niet zeker. Misschien zal ik de raad van de Zweedse overheid dan maar opvolgen en straks een boom gaan knuffelen. Misschien doe ik dat wel. Die zijn geduldig sterk en troostend. Of ik zoek online een soort ruimtepak waarin ik me zal hijsen, om zonder gevaar van besmetting een zorgvuldig uitgekozen medemen eens goed vast te pakken en uitzonderlijk lang en hevig te knuffelen. Om er weer even tegen te kunnen.  Ik ga nu eerst een goeie koffie drinken, en even nadenken welk van de opties het zal worden. En ik ga alvast wat in de zon liggen straks, zodat ik me kan laten doordringen van de warmte van haar stralen, haar energie, dat zal deugd doen. En misschien zal ik kaartjes schrijven voor de woonzorgcentra hier in de buurt. En bel ik een coronavriend voor een live ontmoeting op afstand. Verbinding zoeken. De natuur opzoeken. Ik kijk naar de bloemen op mijn terras. Ik voel de lockdownkoorts al een beetje zakken, er komen alternatieven in zicht. 

“Emprisoned/Isolated . Sorry I connot draw but I wanted too.” is de naam van bovenstaande tekening. Ik maakte ze een aantal jaar geleden toen ik eens last had van cabin fever en lid was van een groep Lyme & Art. Mijn tekentalent kreeg dit er uit, hoewel het er in mijn hoofd  veel beter uitzag. Maar het werd zelfs positief ontvangen, mensen begrepen wat ik wilde zeggen 😉 Ik had niet gedacht dat ik ze ooit in een andere context zou kunnen gebruiken, deze van een wereldwijde lockdown. Dat was ondenkbaar. Ik denk dat velen zich nu zo gevangen en geïsoleerd voelen af en toe. En soms de muren eens opkruipen tot het plafond en weer terug. En nog eens als het moet. En eens goed roepen, of schreeuwen, of wenen of gefrustreerd zijn. Of dat extra glas alcohol achterover slaan, en nog eentje extra als het moet. Of kinderen die even onhandelbaar worden. Niet altijd bespreekbaar, want vaak toch een taboe, dat we het ook moeilijk kunnen hebben. Hier niet. No keeping up appearances. Deze blog dient juist om dat bespreekbaar te maken waar we niet altijd iets over durven te zeggen. Lockdown Cabin Fever. Blijven ademen. Erdoor gaan, er bij zijn, en wachten tot de zuurstof komt. Van ergens, van om het even waar. Ooit en het kan geen jaren duren, kunnen we elkaar weer aanraken en vastpakken en kussen. 

Scroll to top
error: Afbeeldingen zijn beschermd !!