EENZAAMHEID MAAK JE NIET ALLEEN

©Chronosenik

Eind 2018 schreef ik onderstaande tekst op Facebook. Ik kreeg er onverwachts veel likes en hartjes mee, een verrassing, niet de bedoeling, werd erdoor uitgenodigd voor een interview voor een magazine, ik kreeg de indruk dat ik een verandering mee in gang kon zetten. Maar dat was maar een illusie. Twee jaar later is eenzaamheid nog een even groot taboe, en een heel slecht begrepen thema. Zowel op persoonlijk vlak als in de wereld en de media. Er veranderde eigenlijk niets. De covidcrisis maakt het nog duidelijker en de eenzaamheid bij velen, bij de meesten, voelbaar, bij anderen groter.

Het isolement is voor velen erg zwaar, het psychisch en maatschappelijk welzijn gaat er op achteruit, omdat onze samenleving als exclusief is ingericht, niet inclusief. Een reden te meer om het er openlijk over te hebben. Ik kom er in een volgende blog op terug, met een goeie tip.

Maar eerst wil ik deze tekst nog eens publiceren, het schept het kader. Want ik heb eenzaamheid van alle kanten leren kennen. Een waarvan ik niet wist dat ze bestond, die me bont en blauw al heeft geslagen, die ik zo vaak het hoofd bieden moet. En dat alleen maar omdat ik ik ziek geworden ben, in een wereld die draait op uitsluiting van wie niet mee kan, en om geen enkele andere reden. Want ik heb goede sociale vaardigheden en span me in om verbinding te blijven maken, in het echte leven en online, en ben volgens vrienden nog steeds een beminnelijke vrouw (daar zijn ze vrienden voor natuurlijk, maar toch het geeft iets aan). Maar als je niet meer presteert tel je niet meer mee, op vele niveau’s. Gelukkig heb ik een paar mensen, die me niet zullen los laten, ook al zijn ze er niet elke dag. Is er een vzw LUS met wie ik samen werk, om het ergste te voorkomen.

Eenzaamheid is écht iets wat we met z’n allen maken, het is niet alleen de toestand of verantwoordelijkheid van een enkel individu. Wij zijn de samenleving. Wij kiezen de politici die de samenleving organiseren. Wij betrekken mensen of sluiten hen uit. Wij houden het neoliberale ik-denken mee in stand of niet. In deze blogs komt dat wel vaker op de voorgrond. Wij kunnen er iets aan veranderen of niet. Hier mijn gevoelens van toen, die nog steeds gelden. Want iedereen heeft ermee te maken, ook al zeg je : nee ik niet.

2018

“Een minister voor eenzaamheid in de UK.. En het is geen grap. Zover is het gekomen in ons samenlevingsmodel. Schrijnend.
Eenzaamheid heeft dezelfde schadelijke gevolgen voor de gezondheid als het roken van 15 sigaretten per dag, hoorde ik.
En dit gaat niet over de gekozen eenzaamheid van een retraite, eens ‘alleen op vakantie’, of de spreekwoordelijke trip naar Compostella. 
Het gaat over structurele fysieke en emotionele eenzaamheid, die langzaam je wezen binnensluipt, omdat je uit de maatschappij gevallen bent. 
Ziekte, ouderdom, handicaps, anders zijn, niet meekunnen…
Eenzaamheid die hard en rauw is, diepe gaten in je hoofd en hart boort. Omdat je er niet meer bij hoort, niet meer spannend of interessant lijkt, fysiek nog heel weinig kan. 
En je hebt er haast geen zeggenschap in.
Die allesverterende eenzaamheid. Ondraaglijk soms.
Je probeert ze te dragen, omdat je het niet kan toegeven, het past niet bij je zelfbeeld, want je was toch actief, sociaal en succesvol. Dat kan toch niet? Je hebt je trots. Je bijt door, je verbijt. Je schaamt je, want het is een torenhoog taboe. Het is voor ‘losers’ (nee zeg komaan, ja toch wel, en iedereen denkt het)
Als je er voorzichtig over begint, vallen er grote ongemakkelijke stiltes. Je voelt je stom, omdat je erover begon. En toch, je moet er iets van zeggen.
Tot je op een dag echt niet meer kan. En dan bedenk je met een therapeut dat je je leven zo inricht, met thuishulp, zodat je de uren per week die draaglijk zijn, naar buiten kan, op zoek naar sociaal contact. (Niet iedereen kan die therapeut of hulp betalen, of geraakt op eigen houtje het huis nog uit)
Gelukkig vind je vrienden en kennissen bereid regelmatig met je af te spreken, mee te gaan in dat plan, maar ook dat lukt niet altijd. Want ze staan in het volle leven,
hebben het druk druk druk, moeten en willen van alles, en hebben ook hun grenzen.
Een gesprek aanknopen in een koffiehuis is niet zo simpel, je wordt toch raar bekeken. Met oude mensen wil het nog wel eens lukken. Omdat ze er ook zitten eenzaam te zijn.
Dat scheelt dan een stukje voor ons beiden die dag.
En je zakt dieper, uren dagen alleen (ziek) thuis stapelen zich op. Alles verloren.
Je schrikt van je eigen stem als je de telefoon opneemt, omdat je drie dagen niet sprak. En ook van dat feit schrik je weer.
En dan breek je. Je roept en roept dat het echt niet meer gaat. 
Je laat je trots varen, je bent een hoop ellende.
Ik heb het geluk dat ik vrienden heb gehad, die zagen, hoorden, dat het hoogtijd was, en er stonden voor me. 
Die de eenzaamheid samen met mij willen aangaan. En er structureel iets willen aan doen. Als ze de tijd hebben. Dat wel..
En ook niet meteen omdat je ochot ocharme een geval bent, of uit medelijden. Of pottenkijkers. Want die zijn er ook, maar daar schiet je niet echt iets mee op.
Nee, omdat ze zich willen verbinden, je ondanks alles nog steeds als een volwaardig mens respecteren. Je daar aan herinneren. Ook de vzw LUS helpt daar in een deel. Samen blijven zoeken naar wat verbindt.
En dat soms weer voelen, dat is wat een stuk heelt. 
Het is niet meer zoals vroeger, toen zoiets vanzelf ontstond, je moet er hard voor werken nu. Dat is wennen, maar noodzakelijk. Ik weet dat ik op een paar hartsvrienden kan rekenen, en dat helpt.

Het geeft je weer meer veerkracht, moed en uithoudingsvermogen.
Je wordt weer
wat mens.
Het zou voor iedereen zo moeten zij
n, het zou nooit zover mogen komen.

De bedrijven, banken en politici maken de structuur die eenzaamheid creëert.
Een structuur waar de meesten van ons in mee moeten.
Vervolgens creëren ze een minister van eenzaamheid, die het eerder gecreëerde probleem, moet weg creëren, zonder de oorzaak weg te nemen.
Dat is een immens trieste zaak, goed betaald werk voor een nieuwe minister.
Maar wij, wij zijn deel van de samenleving. 
Wij. 
Wij kunnen iets doen om de eenzaamheid te verhelpen.
Wij kunnen tijd en aandacht geven aan wie er niet genoeg krijgt. Mee zorgen dat er een touw gegooid wordt als iemand er uit valt. Wij sluiten mensen uit of sluiten ze mee in, nemen ze mee in ons dagelijks leven.
Wij zelf zijn de sociale cohesie al dan niet. Wij kunnen ons empathisch of apatisch opstellen.
Dat is een verantwoordelijkheid die we kunnen delen. Ook in een onmogelijk systeem. Zelfs als je zelf eenzaam bent.

Een minister brengt op zijn minst het probleem onder de aandacht.
Daar zullen we ons mee troosten.
Hopelijk zullen de weg gesaneerde buurthuizen, bibliotheken en andere ontmoetingsplekken terug gesaneerd kunnen worden.
Zullen er projecten komen die mensen weer samen brengen, in plaats van verdelen.
En echt samen, gewoon, met volle aandacht. Niet trendy ‘samen’. 
Zodat we er weer bij horen, weer er bij.
Een kind op de speelplaats staat ook niet graag alleen.
Niemand staat graag alleen.
Ik wens alle eenzame mensen warmte toe, een luisterend oor, een intense knuffel, een kus, een woord, een gesprek, lachen, een aanraking. Veel en veel minder alleen zijn. Compagnons, een lief. Er weer bij horen.
Ik dank mijn vrienden en kennissen oprecht.

Ik schrijf dit niet als oproep, wel als getuigenis, omdat eenzaamheid bespreekbaar moet worden.
En zo mogelijk worden verijdeld. Zodat er geen ministers moeten voor komen.
Omdat het iedereen kan overkomen, ook al denk je ‘mij nooit’
Omdat het iedereen in meer of mindere wel eens overkomt, ook al lijkt alles perfect, en erover zwijgt.
Zo lang ik een stem heb, kan ik ze gebruiken.
Niet meer op de scène, dan maar op het net. In het echt.”

 

Scroll to top
error: Afbeeldingen zijn beschermd !!